Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En [1]ik zag een ander [2]groot en wonderlijk teken in den hemel; [namelijk] [3]zeven engelen, hebbende [4]de zeven laatste plagen; want in deze is de toorn Gods geeindigd. 1. Gelijk in de twee voorgaande hoofstukken in het brede van de opkomst, verleiding en tirannie van den antichrist is gehandeld, zo komt nu de Heilige Geest in enige navolgende hoofdstuk, en verhaalt, tot troost der gelovigen, de straffen en plagen, die den antichrist en zijn ganse rijk, zullen overkomen, totdat hij eindelijk geheel zal uitgeroeid zijn; waarvan het gezicht, in vs.-1 begrepen, maar een voorbereiding is. 2. Dat is, dat grote en wonderlijke dingen betekent. 3. Of deze zeven engelen dezelfde zeven engelen zijn geweest die te voren meermalen genoemd zijn, is onzeker. Dan dit is zeker, dat zij de werktuigen zijn geweest, waardoor God Zijn oordelen over het antichristendom ten dele uitgevoerd heeft, en ten deel nog zal uitvoeren, gelijk in hfdst.16 nader zal verklaard worden. 4. Dat is, de macht over de zeven laatste plagen, namelijk die God in deze wereld over de aanhangers van den antichrist zal doen komen. Want na het laatste oordeel zal de toorn Gods over hen en alle goddelozen in der eeuwigheid blijven, gelijk hiervoor hfdst.14 vs.10,11 betuigd is, en hierna hfdst.19 vs.3, en hfdst.20 vs.10, ook betuigd wordt. Zie ook Matth.25:46, en Joh.3:36.